Geschiedenis


Gaby, Gerhard, Maman en de wereldwinkeljeugd


Voor Kara Kara in 2007 officieel onze zustergemeente werd, was er al een hele geschiedenis aan vooraf gegaan. We moeten teruggaan naar het eind van vorige eeuw, anno 1996, toen er via de Europese school heel wat Duitse mensen meehielpen in de wereldwinkel. Twee van hen, Gaby en Gerhard Kimmerly, waren via een omweg langs Niger ook in Mol terechtgekomen. Al direct werd Gaby een enthousiaste medewerkster van de wereldwinkel. Tegelijkertijd ondersteunde de familie Kimmerly ook nog een jonge Nigerese student uit Kara Kara en op een dag stond Gaby met Maman Fala, zo heette de jonge student, in de wereldwinkel.

De enthousiaste jongerengroep van de wereldwinkel vroeg zich af van waar en hoe deze zwarte jongeling hier terecht was gekomen. Er ontstond een hechte band en samen beslisten ze om een restaurant aan de wereldwinkel te organiseren om een kleine technische school te ondersteunen.

Gecharmeerd door het succes, maar vooral door Maman, besloten de jongeren om vanaf dan Kara Kara te ondersteunen.













2001 – 2004 de jaren van de grote sprong voorwaarts!


Onverwachts bood de Vlaamse regering ons in 2001 de mogelijkheid om jongerenuitwisselingen te organiseren. Een mooi aanbod waar we direct op in gingen, want in 2001 hadden we drie actieve jongerengroepen: de Kosovojongeren die samenwerkten met jongeren uit Peja, de Nicajongeren die een band hadden met de jongeren in Santo Tomás en de wereldwinkeljongeren die zich inzetten voor Kara Kara.


Met Vlaamse steun konden we in 2002, 2003 en 2004 jongerenuitwisselingen organiseren, “L’embrassement des quatre soeurs”. Na eerst in Mol en daarna in Santo Tomás een uitwisseling georganiseerd te hebben, was het in 2004 de beurt aan Kara Kara. Naast de jongeren waren er ook een aantal volwassen begeleiders aanwezig in Kara Kara.

(foto’s uitwisseling) + affiche

Na een verblijf van twee weken in Kara Kara in de “brousse”, was iedereen danig onder de indruk - een verzengende hitte, zand en stof, geen sanitair, amper genoeg eten, geen communicatie met de buitenwereld - dat ze terug in Mol besloten om een Kara Karacomité op te richten. Een startvergadering werd gehouden, een werkgroep werd opgericht, plannen werden gesmeed voor nieuwe uitwisselingen, kortom de officiële verzustering zat er langzaam maar zeker aan te komen.


2006 – 2007 meer dan een vodje papier


In den beginnen waren we met twaalf (kan het symbolischer) om een werking in Mol rond Kara Kara op te starten. Al snel kwamen we tot het besluit dat we om onze start niet te missen een kleine werkdelegatie naar onze zustergemeente moesten sturen. De belangrijkst taak van deze delegatie was om samen met onze partners rond de tafel gaan te zitten, te luisteren naar hun verhalen en noden en te zorgen dat er een gelijkwaardige structuur in Kara Kara werd opgebouwd.

Tjokvol informatie keerde de delegatie terug en werd er een driejarenplan opgesteld, dat natuurlijk ter goedkeuring in het Frans naar Kara Kara werd gestuurd. Belangrijk hierbij was dat we het plan opstelden op basis van realistische gegevens en met een voor ons realistisch budget van 10.000 euro per jaar, zodat we de verwachtingen van de mensen in Kara Kara konden temperen. Want hoe je het ook draait of keert, als blanke zijn we wandelende spaarpotten in de ogen van de mensen in Afrika, die zelf zo goed als niets bezitten.

Met het plan in handen en gesteund door Rit Kerstens (toenmalige schepen voor ontwikkelingssamenwerking) stapten we naar het schepencollege en de gemeenteraad met de vraag om ook met Kara Kara een stedenband aan te gaan. Op de gemeenteraad van mei 2007 werd de stedenband met Kara Kara unaniem goedgekeurd. Ongeveer tegelijkertijd werd de stedenband door de prille gemeenteraad (er zijn pas gemeenteraden in Kara Kara van begin 2000) goedgekeurd, 4.000 km van elkaar werd er een feestje gebouwd.